Artikel 35 Drones: Vlieginstructie voor bestuurder van een drone
§ 1. De vlieginstructie die vereist is voor de afgifte van een attest van bestuurder van een RPA, een bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA of van de afgifte of de vernieuwing van een eraan verbonden bevoegdverklaring wordt enkel gegeven door diegene die:
1° houder is van een geldig bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA
2° de cursus instructietechniek zoals bedoeld in FCL.930.FI, b), 1) van de verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, heeft gevolgd
3° beschikt over een vliegervaring van minstens 100 uur als bestuurder van een RPA
4° geslaagd is voor de vaardigheidstest voor RPAS-vlieginstructeur die afgenomen door een ervaren RPAS-examinator, die hiertoe speciaal door het DGLV is aangewezen.
§ 2. De minister of zijn gemachtigde, de directeur-generaal, geeft een bevoegdverklaring voor RPAS-vlieginstructeur af in de vorm van een daarmee overeenstemmende aantekening op het bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA, indien de kandidaat de in de eerste paragraaf bedoelde voorwaarden vervult.
§ 3. De bevoegdverklaring voor RPAS-vlieginstructeur is geldig voor een periode van 3 jaar.
De bevoegdverklaring voor RPAS-vlieginstructeur wordt automatisch verlengd indien de RPAS-vlieginstructeur tijdens de geldigheidsperiode van zijn bevoegdverklaring ten minste 30 uur als RPAS-vlieginstructeur of RPAS-examinator heeft gepresteerd.
Bij gebrek daaraan of indien de bevoegdverklaring voor RPAS-vlieginstructeur is verlopen, dient de kandidaat te slagen voor vakbekwaamheidsbeoordeling die afgenomen wordt door een RPAS-examinator die hiertoe speciaal door de minister of zijn gemachtigde, de directeur-generaal, wordt aangewezen.