I. Theoretische kennis
De minimale theoretische kennis voor het verkrijgen van een bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA bestaat uit:
I.1. Algemene luchtvaart kennis
1° De luchtvaartregelgeving en ATC procedures:
a) Internationale, nationale luchtvaartregelgeving, en luchtvaartautoriteiten
b) Luchtvaardigheid van het luchtvaartuig
c) Nationaliteitskenmerk en inschrijvingskenmerk
d) Systeem van bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA (bevoegdverklaringen, bevoegdheden)
e) Luchtverkeersregels (algemene regels, VLOS basis VFR, obstakelvrijevlakken rond luchtvaartterreinen)
f) Luchtruim (classificatie, separatieminima, separatie in de nabijheid van luchtvaartterreinen)
g) Luchtverkeersdiensten (ATS) en het luchtverkeersbeheer
h) Nabijheid van luchtvaartuigen
i) Melding van luchtvaartongevallen en -incidenten en analyse- en onderzoekprocedures
j) Luchtvaartinformatiediensten (AIS)
k) Luchtvaartterreinen en operatie locaties
l) Visuele middelen om obstakels aan te duiden
m) Zoekacties en redding
n) Beveiliging.
2° Menselijke prestaties en beperkingen:
a) Basisconcepten
b) Basis van luchtvaartfysiologie
c) Basis van luchtvaartpsychologie
3° Meteorologie:
a) Basiskennis van de atmosfeer
b) Lokale afkoeling en opwarming
c) Atmosferische druk
d) Atmosferische dichtheid
e) Internationale standaardatmosfeer (ISA)
f) Definiëren van hoogte, altitude en vlieghoogte
g) Luchtstroom en topografie
h) Wind
i) Thermodynamica
j) Wolken en mist
k) Neerslag
l) Basis van luchtmassa's en fronten
m) Vluchtgevaren
n) Weerrapport van een luchthaven (METAR), Voorspelling van de luchthaven (TAF)
o) Basisinterpretatie van weerkaarten.
4° Communicatie:
a) VFR-communicatie
b) Definitie
c) Algemene operationele procedures
d) Relevante begrippen meteorologische informatie
e) De te nemen handelingen in geval van verlies van communicatie
f) Procedure in geval van spoed en nood
g) Algemene beginselen betreffende de voortgang van zeer hoge frequentie (VHF) en het toekennen van frequenties.
I.2. Specifieke kennis
1° Algemene kennis van de technologie van het luchtvaartuig (casco en systemen, elektrische elementen, elektriciteitscentrale, nooduitrustingen):
a) Structuur van het casco en de systemen (start- en landingssystemen)
b) Basis vluchtcontroles (automatische piloot, controlevlakken, bestuur en controle, overbrenging en ontvangst)
c) Telemetrie van de batterij
d) Basis hydraulica
e) Basis pneumatica
f) Systemen voor het voorkomen van ijsafzetting en het verwijderen van ijs
g) Brandstof en/of batterijen
h) Elektrische componenten
i) Interferenties
j) Voortstuwingssystemen (elektrische centrale en bijbehoren)
k) Op afstand bediende besturing
l) Basistheorie radiopropagatie
m) Nooduitrustingen en noodscenario's.
2° Instrumenten:
a) Vlieginstrumenten (instrumenten met luchtvaartgegevens, statische pitotsystemen, altimeter met referenties, luchtsnelheid-indicator, gyroscopische instrumenten, artificiële horizon, magnetisch kompas)
b) Registratiemiddelen (aan boord en/of in het grondcontrolestation)
c) Instrumenten om het systeem te monitoren
d) Veiligheidssystemen (stall waarschuwingssysteem, hoogtewaarschuwingssysteem).
3° Massa en balans:
a) Basis van de opgave van massa en balans (zwaartepunt, limieten van de massa en de balans)
b) Vluchtprestaties en vluchtvoorbereiding
c) Laden en beveiligen van de lading.
4° Navigatie:
a) UTC
b) Zonsopgang, zonsondergang, burgerlijke schemering
c) Basisprincipes van richting, magnetisme en kompas
d) Afstand en omzetting van eenheden
e) Gebruik van luchtvaartkaarten
f) Satellietplaatsbepalingssysteem (GPS), wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GNSS).
5° Aerodynamica:
a) Beginselen van het vliegen
b) Basis van aerodynamica en krachten die op een luchtvaartuig inwerken
6° Aerodynamica van de vluchtprestaties casco:
Specifieke kennis voor RPL-A en/of RPL-R en/of RPL-S
7° Privacywetgeving:
Het regelgevend kader betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens.
II. Praktische kennis
De minimale praktische kennis voor het verkrijgen van een bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA bestaat uit:
1° Luchtvoorbereiding :
a) configuratie van het RPAS
b) controles voordat de vlucht aanvangt, alsook gebruik en kennis van de controlelijsten
c) geldigheid en aanwezigheid van de nodige informatie en documentatie
2° Opstijgen rekening houdend met de verschillende windcomponenten
3° Manoeuvres:
a) Klimmen
b) Dalen
c) Blijven cirkelen
d) Bochten maken
e) Circuit
f) Procedure "Terug naar startpunt"
4° Noodprocedure en recupereren na stall
5° Landen:
a) Rekening houdend met de verschillende windcomponenten
b) Zonder flaps, indien van toepassing
c) Buiklanding, indien van toepassing
d) Geoefende gedwongen landingen
6° Indien van toepassing, samenwerken met de RPA-waarnemer
7° Fase na de vlucht
8° Uitvoeren van de taken zoals gedefinieerd in het operationeel handboek.
Gerelateerd aan Theoretische en Praktische kennis drone opleiding:
Volgende: 15. Vlieghandboek Drone >>
<< Terug: 13. overgangsbepalingen drone wetgeving