Artikel 39 Drones: Kwalificatie en integriteit van de RPAS examinator
§ 1. Een RPAS-examinator dient integer, behoorlijk gekwalificeerd en objectief te zijn.
Hij toont aan dat hij geen strafrechtelijke veroordeling heeft opgelopen die afbreuk doet aan zijn gedrag, rekening houdende met de functies die hij uitoefent.
§ 2. Een RPAS-examinator mag geen vaardigheidstest voor de afgifte van een attest, bewijs van bevoegdheid of een bevoegdverklaring afnemen bij kandidaten waaraan hij opleiding heeft gegeven voor het bewijs van bevoegheid of de bevoegdverklaring waarvoor de vaardigheidstest wordt afgelegd.
§ 3. De RPAS-examinator wordt geacht niet objectief te zijn in geval de kandidaat:
1° een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad is, tenzij voorafgaand schriftelijk akkoord van de directeur-generaal
2° de echtgenoot/ of partner is van de RPAS-examinator
§ 4. De RPAS-examinator moet op vraag van het DGLV kunnen aantonen dat zijn objectiviteit niet in het gedrang is, indien de kandidaat:
1° bevriend is met de examinator
2° dezelfde economische belangen heeft, zoals bijvoorbeeld het behoren tot dezelfde werkgever