Tijdens de vlucht zorgt de bestuurder van een RPA ervoor om op voldoende afstand van andere luchtvaartuigen te blijven om het effect van zogturbulentie op de prestaties van het RPA te verkleinen.
De Bestuurder van een RPA of Drone Piloot is verantwoordelijk voor het naleven van de veiligheidsafstand tussen zijn RPA en elk ander type luchtvaartuig dat het operatiegebied van het RPA nadert, alsook tussen elk voorwerp of obstakel op de vliegroute van het RPA.
Gerelateerd aan: Voldoende afstand tijdens de vlucht:
Volgende: Voorrangsregels Drones >>
<< Terug: Luchtverkeersregels Algemene Bepalingen